Cucumis melo -Meloen - Rich Sweetness 132
-
Binnen enkele werkdagen in huis
-
Gratis verzending vanaf €50,00
-
Ruim en divers assortiment
Alles op een rijtje
Productnummer:
47290.1
Behandeling
Puur Natuur
Eetbaar
Ja
Product informatie
Rich Sweetness 132 vindt zijn oorsprong in de Baltische staten en doet ons erg denken aan Melon de Poche Queen Anne's (45160). De vruchten van deze twee soorten hebben hetzelfde formaat en zien er qua tekening ook hetzelfde uit. Deze mini meloentjes zijn ongeveer zo groot als een tennisbal en hebben glazig wit vruchtvlees dat lekker friszoet van smaak is. 'Rich Sweetness 132' is makkelijk om te kweken en daarom voor kinderen erg leuk. De plant rankt sterk en kan heel goed in de kas langs draad groeien.
Rich Sweetness 132 heeft warmte en licht nodig om te groeien. Daarom kun je ze het beste in een verwarmde kas zaaien. Dit kan vanaf maart tot half mei. Zorg er voor dat de bodemtemperatuur op zaaidiepte ongeveer 22°C is. De nacht temperatuur mag niet lager zijn dan 15°C.
Leg de zaden, met het puntje naar beneden, op 1 cm diepte in goed doorlatende grond. Houd de grond iets vochtig. Let er op dat je de aarde niet te nat maakt want dan zullen de zaden gaan rotten.Pas als de kiemplantjes naast hun eerste twee blaadjes, nóg twee tot drie blaadjes hebben gevormd, kun je ze verplanten. Houd een plantafstand van ongeveer 70 cm aan. Je kunt in de kas alvast touw of draad spannen zodat de planten daar langs kunnen groeien. Om kruisbestuiving zo veel mogelijk te voorkomen zet je de meloenplantjes niet in de buurt van komkommer en pompoen.
Als de plant ongeveer een meter hoog is, zit er in iedere bladoksel een scheut. Haal de onderste zes á zeven scheuten weg en laat de hogere scheuten groeien. Op deze scheuten vind je de vrouwelijke bloemen. Om de kans op vruchtzetting te vergroten, top je deze scheuten tot twee bladeren. Dan heb je twee vruchtbeginsels op iedere scheut. Laat de bovenste ranken uitgroeien tot ongeveer 120 cm en top deze dan ook.
Zorg dat overdag bijen en hommels naar binnen kunnen zodat de bloemen worden bestoven. Anders zullen er geen meloenen aan de planten komen. Geef niet te veel water. Ten eerste houden de planten niet van ‘natte voeten’ en ten tweede komt te veel water de smaak van de meloen niet ten goede. De vruchten zullen bij teveel water niet veel smaak hebben. Vermijd met water geven zoveel mogelijk dat er water op de bladeren komt om ziektes te voorkomen.
Bemest de planten niet veel en gebruik geen bemesting waar een hoog gehalte aan stikstof in zit. De plant zal dan veel blad en stelen ontwikkelen en dat gaat ten koste van de vruchtvorming. Over het algemeen laat je de vruchten aan de plant rijpen. Een rijpe meloen herken je aan de steeds sterker wordende geur en aan de verkleuring van de vrucht. Een rijpe vrucht laat makkelijk los van de plant. Je draait hem van links naar rechts zonder er aan trekken. Pluk je de meloen eerder, dan kun je hem laten narijpen. Het nadeel is dan wel dat hij niet zo zoet zal zijn.
Rich Sweetness 132 heeft warmte en licht nodig om te groeien. Daarom kun je ze het beste in een verwarmde kas zaaien. Dit kan vanaf maart tot half mei. Zorg er voor dat de bodemtemperatuur op zaaidiepte ongeveer 22°C is. De nacht temperatuur mag niet lager zijn dan 15°C.
Leg de zaden, met het puntje naar beneden, op 1 cm diepte in goed doorlatende grond. Houd de grond iets vochtig. Let er op dat je de aarde niet te nat maakt want dan zullen de zaden gaan rotten.Pas als de kiemplantjes naast hun eerste twee blaadjes, nóg twee tot drie blaadjes hebben gevormd, kun je ze verplanten. Houd een plantafstand van ongeveer 70 cm aan. Je kunt in de kas alvast touw of draad spannen zodat de planten daar langs kunnen groeien. Om kruisbestuiving zo veel mogelijk te voorkomen zet je de meloenplantjes niet in de buurt van komkommer en pompoen.
Als de plant ongeveer een meter hoog is, zit er in iedere bladoksel een scheut. Haal de onderste zes á zeven scheuten weg en laat de hogere scheuten groeien. Op deze scheuten vind je de vrouwelijke bloemen. Om de kans op vruchtzetting te vergroten, top je deze scheuten tot twee bladeren. Dan heb je twee vruchtbeginsels op iedere scheut. Laat de bovenste ranken uitgroeien tot ongeveer 120 cm en top deze dan ook.
Zorg dat overdag bijen en hommels naar binnen kunnen zodat de bloemen worden bestoven. Anders zullen er geen meloenen aan de planten komen. Geef niet te veel water. Ten eerste houden de planten niet van ‘natte voeten’ en ten tweede komt te veel water de smaak van de meloen niet ten goede. De vruchten zullen bij teveel water niet veel smaak hebben. Vermijd met water geven zoveel mogelijk dat er water op de bladeren komt om ziektes te voorkomen.
Bemest de planten niet veel en gebruik geen bemesting waar een hoog gehalte aan stikstof in zit. De plant zal dan veel blad en stelen ontwikkelen en dat gaat ten koste van de vruchtvorming. Over het algemeen laat je de vruchten aan de plant rijpen. Een rijpe meloen herken je aan de steeds sterker wordende geur en aan de verkleuring van de vrucht. Een rijpe vrucht laat makkelijk los van de plant. Je draait hem van links naar rechts zonder er aan trekken. Pluk je de meloen eerder, dan kun je hem laten narijpen. Het nadeel is dan wel dat hij niet zo zoet zal zijn.
Gerelateerde producten